Opdrachtgever: Stichting Hilversumse begraafplaatsen
Oppervlakte:
Project: Ontwerp herinrichting
Vanaf de lente van 2017 tot aan dec 2017 zijn we bezig geweest met het vormen van een visie op aanpassingen aan de Noorderbegraafplaats en Begraafplaats Zuiderhof te Hilversum. De begraafplaatsen zijn respectievelijk in 1929 en 1957 aangelegd en oorspronkelijk ontworpen door W.J. Dudok. Dudok is de legendarische stadsarchitect van Hilversum die, naast het ontwerp van beide begraafplaatsen, tevens verantwoordelijk was voor het ontwerp van het Hilversumse raadhuis.
Naast de Zuiderhof en de Noorderbegraafplaats is ook Begraafplaats Bosdrift in beheer bij de Uitvaartstichting Hilversum. Deze begraafplaats is in 1870 aangelegd en ontworpen door de tuinarchitect L.A. Springer.
W.M. DUDOK
Willem Marinus Dudok (Amsterdam, 6 juli 1884 – Hilversum, 6 april 1974) was architect en stedenbouwkundige. Hoewel niet opgeleid als architect, is hij onder meer bekend door zijn ontwerp van het raadhuis in Hilversum. Hij maakte in totaal voor Hilversum 75 ontwerpen, een unicum in de Nederlandse architectuur. Hij kreeg wereldwijd erkenning, vooral uit de VS en Japan.
In 1913 werd hij plaatsvervangend directeur gemeentewerken Leiden, waar hij enkele gebouwen heeft ontworpen. In 1915 werd hij directeur Publieke Werken in Hilversum. Dudok ontwierp de meeste wijken, scholen en gemeentelijke gebouwen voor Hilversum en bepaalde daarmee het gezicht van deze stad, die wel zijn levenswerk wordt genoemd. Om zijn aandacht hier volledig op te kunnen richten, werd hij in 1928 op eigen verzoek benoemd tot gemeentelijk architect.
Dudok ging in 1954 met pensioen, maar bleef betrokken bij de Hilversumse bouwwereld. Hij overleed op 6 april 1974 en werd begraven op de door hemzelf ontworpen Noorderbegraafplaats te Hilversum. Van de ontwerpen die hij na zijn pensionering maakte, is er geen dat even bekend is geworden als zijn vooroorlogse werk.
NOORDERBEGRAAFPLAATS
De Noorderbegraafplaats is een statige locatie met een duidelijke opzet: monumentale lanen met bomenrijen leiden vanaf het open centrale veld naar de verschillende delen. Sfeerbepalend zijn de bomenlanen bij de ingangen naar de grafvelden en de aula bij de entree. Aan de rechterkant van de entree ligt de Berlagevijver.
Bij aanleg in 1929 lag de begraafplaats nog buiten de bebouwde kom van Hilversum, midden op de heide. Het ontwerp van architect W.M. Dudok is strak en ordelijk en geeft een plechtig en monumentaal beeld wanneer bloemen en planten in bloei staan. De grafvelden zijn grotendeels in kleine eenheden georganiseerd en worden omlijst door een haag en opgaande beplanting.
Dudok ontwierp ook het aulagebouw, de voormalige dienstwoning en de fietsenstalling met personeelsruimten. De aula biedt een mooi uitzicht naar het centrale veld van de begraafplaats en is aan de straatzijde gesloten.
Bij de restauratie in 1996-’97 is het voorzieningenniveau aangepast aan de moderne eisen. Het strikte ontwerp van Dudok stelt hoge eisen aan het beheer van de Noorderbegraafplaats: met adequaat beheer wordt het ontwerp met verschillende ‘buitenvertrekken’ benadrukt.
BEGRAAFPLAATS ZUIDERHOF
Zuiderhof ligt op de overgang van de stad naar de Hilversumse heide. In het ontwerp uit 1957 leidt een royale entree naar het grote maar sober vormgegeven en ingerichte voorplein van de aula. Dit wordt omgeven door een zes meter hoge zuilengalerij.
De aula kijkt uit over de groene middenas: het centrale element op de begraafplaats. Aan weerszijden van die as zijn de grafvelden gesitueerd, omsloten door heesters en bomen die een intieme sfeer creëren.
Zuiderhof is een statige en streng vormgegeven begraafplaats. Met het beheer van de begraafplaats wordt op deze contrasten ingespeeld. Volledig toegerust op alle gangbare vormen van begraven en as bestemming, beschikt Zuiderhof ook over een intieme urnentuin met moerbeibomen, omringd door een beukenhaag en lavendelstruiken. De urnentuin is gecombineerd met kindergraven en urnenmuren. Aangrenzend bevindt zich een urnenbos en een verstrooibos.
TRENDS IN DOOD EN ROUW
Dood, rouw en begraven zijn van alle tijden. De beleving van dood en rouw verandert wel regelmatig en volgt trends. Bij trends wordt gedacht aan snel opvolgende veranderingen in de maatschappij zoals bijvoorbeeld in de mode. Gedragsverandering, waar we het over hebben bij het omgaan met de dood, verloopt langzamer.
Een belangrijke trend van de afgelopen 20 jaar is dat veel minder as wordt verstrooid dan 30 à 50 jaar geleden. Destijds werd in ruim 90 of 95% van de gevallen na een crematie as verstrooid. Nu wordt as in misschien wel 40% van de gevallen bewaard, in een columbarium, in een urnengraf of gewoon graf, of door mensen thuis. Het as verstrooien door nabestaanden op dierbare plekjes buiten begraafplaatsen is pas sinds 1991 wettelijk mogelijk, en komt ook nog geregeld voor.
In de huidige tijd zijn de uitvaarten vaak persoonlijker en luxer dan toen; En daardoor in verhouding ook duurder. Mensen durven meer voor hun gevoel uit te komen.
TRENDS IN HET BEGRAVEN
Maar ook op het gebied van begraven gebeurt er van alles. Er is meer aandacht voor begraafplaatsen in het algemeen. Ze zien er gemiddeld verzorgder uit dan zeg 30 jaar geleden. De monumenten zijn veel persoonlijker en kunstzinniger geworden.
Er is een groot verschil ten aanzien van kindergraven. Vroeger waren dat afgelegen hoekjes van een begraafplaats met bescheiden monumentjes; kinderen werden vaak anoniem begraven. Tegenwoordig zijn het de meest uitbundige graven. Kinderen werden vroeger vaak samen in een algemeen grafje begraven. Tegenwoordig zijn het bijna allemaal individuele graven. Ook het ongeboren kind krijgt een plek op begraafplaatsen en soms is er een monument voor ongeboren foetussen.
Een belangrijke trend is om te begraven op een natuurlijke plek zoals natuurbegraafplaatsen. Hiervan zijn er nog niet veel in Nederland. Een rustieke plek spreekt veel mensen erg aan, meer dan een graf tussen aantal monumenten op rij.
Een trend is ook de grote verscheidenheid aan goederen die rond een overlijden worden aangeboden en gekocht. Er is een geweldige keus aan urnen voor de as, gedenksieraden voor as, lijkwades, rouwvoorwerpen, enzovoorts.
Voor een deel is dat niet nieuw, maar ook een revival. Een of twee eeuwen geleden liepen mensen eveneens met medaillons met een lok haar van hun geliefde. Grafmonumenten waren een eeuw geleden ook uitbundiger en met zorg afgewerkt dan 30 of 40 jaar geleden. Vooral in de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw werd de dood, rouw en begraven ‘verstopt’. Nu staat het mijns inziens weer op een gezonde manier in de belangstelling.
Bij het uitwerken van onze visie zullen we rekening houden met de trends op het gebied van dood, rouw en begraven en inpassen in de karakteristieke architectuur en monumentale karakter van beide begraafplaatsen.